Aluminium handrollator met wiel voor gehandicapten 8216

Hoe een looprek te gebruiken

Hieronder volgt een voorbeeld van paraplegie en hemiplegie om het gebruik van de wandelstok te introduceren. Paraplegische patiënten hebben vaak twee okselkrukken nodig om te lopen, en hemiplegische patiënten gebruiken over het algemeen alleen een defibrillatiestok. De twee gebruiksmethoden zijn verschillend.

(1) Lopen met okselkrukken voor paraplegische patiënten: Afhankelijk van de volgorde van de okselstok- en voetbewegingen kan dit worden onderverdeeld in de volgende vormen:

① De vloer afwisselend dweilen: De methode is om eerst de linker okselkruk uit te strekken, daarna de rechter okselkruk uit te strekken en vervolgens beide voeten tegelijkertijd naar voren te slepen om de buurt van de okselstok te bereiken.

2. Lopen door tegelijkertijd de vloer te dweilen: ook bekend als swing-to-step, dat wil zeggen dat je twee krukken tegelijk uitrekt en vervolgens beide voeten tegelijkertijd naar voren sleept, tot aan de okselstok.

③ Vier-punts lopen: Hierbij wordt eerst de linker okselkruk gestrekt, vervolgens de rechtervoet naar buiten gezet, daarna de rechter okselkruk gestrekt en ten slotte de rechtervoet naar buiten gezet.

④Drie-punts lopen: Hierbij wordt eerst de voet met zwakke spierkracht en de okselstaven aan beide kanten tegelijk gestrekt. Vervolgens wordt de andere voet (de kant met de sterkste spierkracht) gestrekt.

5. Lopen op twee punten: de methode bestaat eruit dat u tegelijkertijd één kant van de okselkruk en de tegenovergestelde voet uitstrekt en vervolgens de overige okselkrukken en voeten uitstrekt.

⑥ Zwaaien over lopen: De methode is vergelijkbaar met de zwaai-stap-beweging, maar de voeten slepen niet over de grond, maar zwaaien voorwaarts in de lucht, dus de pas is groot en de snelheid hoog, en de romp en bovenste ledematen van de patiënt moeten goed gecontroleerd zijn, anders is het gemakkelijk om te vallen.

(2) Lopen met een wandelstok voor hemiplegische patiënten:

①Driepuntsloop: De loopvolgorde van de meeste hemiplegische patiënten is om eerst de wandelstok te strekken, dan de aangedane voet en dan de gezonde voet. Een paar patiënten lopen met de wandelstok, eerst de gezonde voet en dan de aangedane voet.

② Tweepuntsloop: d.w.z. de wandelstok en de aangedane voet tegelijkertijd strekken en vervolgens de gezonde voet gebruiken. Deze methode heeft een snelle loopsnelheid en is geschikt voor patiënten met een lichte hemiplegie en een goed evenwicht.